Leo van der Velde; kleindochters brachten meer vreugd dan de society

11 September 2025, 09:21 uur
Den Haag & Regio
mainImage
Leo van der Velde met Rachel op het Binnenhof. (Foto PR/ Pascale van Reijn)

Door Coos Versteeg

Er waren weken dat Leo van der Velde (1946-2025) zich bijna dagelijks in een smoking moest hijsen. Hij schreef - afwisselend met Gijsbert Spierenburg - de society-rubriek ‘Bij ons in Den Haag’ in de Haagsche Courant en rende van het ene gala naar het andere soiree.

Hij had de pest aan die ‘outfit’. Het liefst droeg Leo een spijkerbroek met een trui onder zijn bruin leren jasje; een grijze wollen shawl om zijn nek. Leo had niet alleen de pest aan de opgedofte kleding, hij had stiekem ook een afkeer van al die feesten en partijen met een overdosis aan bla-bla-figuren. Soms verscheen hij - om een beetje te shockeren - in dat nonchalante leren jasje op zo’n chique partij. “Joh, al die ijdele kwibussen zien me niet eens, die willen maar één ding: dat ik ze op de foto zet en ze met hun naam in de krant komen.”

Ondanks zijn afkeer van het society-leven, hield hij dit werk jaar in jaar uit vol. Naast zijn gewone baan in de beveiliging van een ministerie. In de jaren daarvoor had hij als freelance-medewerker voor de krant - soms tot diep in de nacht - gemeenteraadsvergaderingen in Wassenaar verslagen. En hij was inzetbaar voor klussen als er niemand anders was. Leo was nooit ergens te beroerd voor, hij was ook nooit moe. 

Naast de verslaggeving schreef hij ook nog boeken over de geschiedenis van Den Haag; de geschiedenis van zijn jeugd die hij als jongen van de straat zelf had meegemaakt. Boeken met titels als ‘Fuiven en Kuiven’, ‘Happen en stappen’, ‘Ballen en Kwallen’, ’Hoeren en snoeren’ en ‘Feesten en beesten’. 

Leo wist waar hij over schreef. Zijn netwerk strekte zich uit van de onderwereld tot de high society. Hij was opgegroeid in de binnenstad, hij had de tijd van jeugdbendes als De Plu actief meegemaakt, hij had gevaren en kende de Haagse penoze: pooiers, hoeren, inbrekers, geweldplegers, oplichters en wat al niet meer. Een collega, die eens met een slok teveel op in een Haagse seksclub in slaap was gevallen en de volgende morgen voor enkele duizenden werd aangeslagen, kon na één telefoontje van Leo met de uitbater ongeschonden en met een nog gevulde portemonnee vertrekken.

Lieve Rachel
Maar Leo’s glorietijd moest nog komen. Met zijn rubriek ‘Lieve Rachel’ in wat inmiddels AD/Haagsche Courant was geworden, trad hij in de voetsporen van bekende stads-chroniqueurs als Lex Dalen Gilhuys en Jan-Paul Bresser. In die alom gewaardeerde rubriek schreef hij brieven aan zijn toen 7-jarige kleindochter; brieven met verhaaltjes en anekdotes over het Den Haag van zijn jeugd. Zo nu en dan kreeg ik een appje van hem: of ik nog wist hoe die bakkerij op de hoek van de Wagenstraat heette? 

Hij werd genomineerd voor de Jan-Paul Bresserprijs, maar een eeuwig jaloerse collega in de jury misgunde hem die eer. Leo haalde er zijn schouders voor op. De vreugde dat de rubriek in boekvorm ook een succes werd en in 2019 zelfs door de klanten van de gerenommeerde boekhandel Paagman als beste Haagse boek werd gekozen, was van veel grotere betekenis. Zeker toen hij samen met de kleine Rachel een signeersessie bij Paagman mocht doen.

Alle vreugde werd echter voortdurend overschaduwd door het gemis van zijn in mei 2017 overleden vrouw Sonja. Toen we winter 2022 samen uit eten gingen, ging het aan tafel afwisselend over het niet aflatende verdriet om de dood van Sonja en het tomeloze plezier dat hij aan zijn kleindochters Rachel en Cloë beleefde. Die kleindochters waren nu alles in ’t leven voor hem. Hij wilde geen bezoek ontvangen op dagen dat hij die twee bij hem thuis had. En speciaal voor Cloë had hij ook een boek geschreven: ‘Cloë’s story’ met voorleesverhaaltjes.

Gezondheid
De tomeloze energie die zo kenmerkend voor Leo was, nam de laatste tijd in snel tempo af. Jaren lang had hij zich tegenover de buitenwereld jonger uitgegeven dan hij in werkelijkheid was. Maar. nachtbraken was er niet meer bij. Hij werd snel moe. Meer en meer liet zijn gezondheid te wensen over. Als we samen uit eten gingen, wilde hij een restaurant waar hij vlakbij kon parkeren. Die enkele keer dat hij nog naar een feestje of evenement ging, verscheen hij er vroeg en vertrok ook weer snel. 

Na opnieuw een hartinfarct reserveerde hij al zijn energie voor zijn kleindochters en voor de rubriek ‘Lieve Rachel’. Hij schreef me een keer dat dit het leukste was wat hij ooit in de krant had gedaan. Op de dag van zijn overlijden, plaatste AD/Haagsche Courant nog een laatste - al gereedliggende - ‘Lieve Rachel’, die opent met de zin: “Ik wilde niet de verste reis van mijn leven gaan maken zonder afscheid te nemen. Van jou en van je zusje Chloë, natuurlijk. Jullie waren het licht in mijn ogen.”